Gisteren op het Next Higher Education congres hield Hans Schutte, DG op het ministerie van OCW, de keynote. Hierin ging hij in op alle veranderingen die aanstaande zijn binnen het hoger onderwijs ten gevolge van studievoorschot, strategische agenda en prestatieafspraken. Ik moest echter met mijn oren klapperen doen hij doodleuk zei "online onderwijs, dat zijn MOOCs". Ik zag naast mij Wilfred Rubens ook even slikken.
MOOCs zijn een vorm van online onderwijs en soms van open onderwijs (als er een open licentie aan hangt), maar er zijn veel meer vormen van online onderwijs. Gelukkig maar zou ik zeggen, zoals er ook veel meer vormen van klassiek onderwijs zijn. Ik merk dat in de politiek en op bestuurlijk niveau MOOCs en online onderwijs veel als synoniemen gebruikt worden. Dit is niet correct!
Volgens het begrippenkader van SURF is online onderwijs:
Online onderwijs is onderwijs waarbij de leermaterialen, tools en diensten volledig of voor ten minste 80% via het internet beschikbaar worden gesteld.
Dit is dezelfde definitie zoals hij internationaal ook wordt gebruikt. MOOCs zijn een specifieke vorm van online onderwijs waarbij het massale karakter benadrukt wordt en het ontbreken van ingangseisen:
Een massive open online course (MOOC) is een online cursus voor een ongelimiteerd aantal deelnemers. Een MOOC is vrij toegankelijk en gratis (tenzij je een geverifieerd certificaat wilt). Bij MOOC’s krijgen studenten niet alleen toegang tot de leermaterialen, maar is er sprake van een complete cursuservaring. Studenten ontvangen geen formele ECTS.
Op de TU Delft zeggen wij ook dat we een MOOC ontwerpen met voor minimaal 10.000 studenten. De meeste online vakken worden echter voor kleine groepen ontworpen. Hieronder een overzicht van de producten zoals wij ze gedefinieerd hebben: